Van de stede Broek tot Stede Broec
|
|
Hoofdstuk 3: Broekerhaven
De haven van Broek
In de geschiedenis van de stede Broek in de 15e eeuw valt de
slechte verstandhouding met Enkhuizen op. Het was de Enkhuizers
misschien een doorn in het oog dat Broek stadsrechten had en dus
niet beschouwd kon worden als agrarisch achterland van Enkhuizen.
Ook jaloezie van de Broekers kan eraan ten grondslag hebben gelegen;
Enkhuizen was in die tijd een welvarende stad.
Politieke perikelen
De Broekers kregen in 1415 het recht om een haven aan te leggen.
Enkhuizen deed z'n uiterste best de totstandkoming ervan te
dwarsbomen. De strijd tussen Jacoba van Beieren en Philips van
Bourgondi� -de Hoekse en Kabeljauwse Twisten- leidde tot nog meer
verdeeldheid: Broek steunde Jacoba, Enkhuizen Philips.
De verhouding bereikte een dieptepunt toen de Broekers in 1425 niet
hooischuiten, waarin Hoekse soldaten verborgen zaten, het
Kabeljauwse Enkhuizen probeerden binnen te komen en smadelijk werden
verjaagd. De Broekers volhardden in hun steun aan de Hoeksen. Toen
die verslagen waren, strafte Philips hen met een zware boete. Ook
raakten ze hun stadsrechten kwijt.
De Broekers kwamen tot inkeer en putten zich uit in steun- en
aanhankelijkheidsbetuigingen aan Philips. Het duurde tot 1436 voor
ze hun doel bereikten: hij was overtuigd. Broek kreeg z'n
stadsrechten -en daarmee z'n zelfrespect- terug. De lobby voor een
eigen haven werd hervat.
Broek krijgt een haven
In 1448 besloot Filips van Bourgondi� dat Broek de zeedijk mocht
doorgraven; ze moesten zich daarbij wel houden aan de voorwaarden
die de dijkgraaf en de heemraden stelden. Na veel getouwtrek en
tegenwerking van Hoorn, Medemblik en Enkhuizen was de zaak op 30
juli 1449 rond: er kon gegraven worden. De Broekerhaven, bestaand
uit een buiten- en een binnenhaven, werd kort daarna in gebruik
genomen. De binnenhaven werd -en wordt- De Kolk genoemd.
Overhaal
Het is mogelijk dat er tegelijk met de haven ook een overhaal is
aangelegd om het niveauverschfl tussen het water in de polder en dat
van de Zuiderzee te overbruggen.
Hoofdstuk 4: De straatweg
De weg van Hoorn naar Enkhuizen
Aan het eind van de 16e eeuw was er al een weg van Hoorn naar
Enkhuizen, dwars door de stede Broek. Het-was een pad van klei met
hier en daar wat zand. Het laat zich raden wat dat betekende in
perioden met veel regen. Bovendien gooide iedereen z'n afval op
'straat'; stank en rommel dus. Er kwam nog bij dat de overgangen
over de vele sloten onbetrouwbaar en bij tijd en wijle zelfs
gevaarlijk waren.
Betere verbinding
Hoorn en Enkhuizen onderhielden intensieve contacten en wilden
een betere verbinding. Er werd gefilosofeerd over een trekvaart,
maar daar zag men vanaf omdat 't een geweldige ingreep zou betekenen
in de kwetsbare waterhuishouding van de streek.
In stedelijke gebieden werden in het begin van de 17e eeuw al
straatwegen van klinkers aangelegd. Er groeide een plan om zo'n weg
ook tussen Hoorn en Enkhuizen aan te leggen. Het moest een ideale
verbinding worden: goede bruggen, zoveel mogelijk vrij van tollen.
Enkhuizen en Hoorn wilden er flink geld tegenaan gooien.
Broekers liggen dwars
Het stadsbestuur van de stede Broek heeft bij de plannenmakerij
nog behoorlijk dwars gelegen. De ontwerpers wilden bomen langs de
weg, maar daar was Broek't niet mee eens. Waarvoor ze bang waren is
niet duidelijk. Pas toen Enkhuizen dreigde dat de weg helemaal niet
door zou gaan als de Broekers bleven tegenstribbelen, gingen ze door
de knie�n. In 1671 was de straatweg tussen Hoorn en Enkhuizen
klaar. Er zijn lyrische beschrijvingen bewaard gebleven over dit
prachtig ogende staaltje van vernuft.
In 1811 werd de weg doorgetrokken naar Amsterdam en opnieuw bestraat
met klinkers.
Vorige
pagina <> Volgende
pagina
Bovenstaande tekst is overgenomen uit het boekje
"Van de stede Broek tot Stede Broec".
(Uitgave: Gemeente Stede Broec, 1998.
Afdeling Voorlichting)
|