Al deze stenen voor sparen en lenen
|
|
Lutjebroek
De
geestelijkheid liet zich ook danig gelden. Onder invloed van Pastoor
Gielen, die de Eerwaarde Gribbeling was opgevolgd, valt in 1927 een eerste
besluit over een onderwerp dat met sociaal beleid te maken heeft: de bank
kiest voor het lidmaatschap van een steunfonds aan nabestaanden van
Kassiers die door een overval of aanranding overlijden. Maar de Geestelijk
Adviseurs laten in de loop van de tijd ook niet na op Algemene
Vergaderingen te waarschuwen voor al het verschrikkelijks dat om ons heen
gebeurt.
Een paar
voorbeelden:
- 1916 De Pastoor waarschuwt tegen vreemde aardappelrooiers en
tegen vrouwenarbeid op het land of in de fabriek, daar dit geestelijken
lichaamlijk zeer ongezond voor hen is.
- 1918 De Pastoor waarschuwt voor
sparen bij de Nutsspaarbank wegens de antikatholieke geest daar. Er wordt
daar geen geld geleend aan katholieken.
- 1943 De Pastoor waarschuwt voor de
gevaren van regelmatig bioscoopbezoek.
Regelmatig, zo zegt hij, passeer ik
de cinema en als ik dan zie hoe jeugdige personen daar in de rij staan,
slaat mij de schrik om het hart. Vooral kinderen en zeker de opgroeiende
jeugd dienen te beseffen dat in dergelijke oorden geen heil te vinden is.
Alle leden van de bank, het merendeel zelf ouder, vraag ik om met hun
kinderen te spreken zodat de jeugdigen zich niet meer zo lichtvoetig naar
een dergelijke plaats begeven." in 1960 zou de bank samen met
Grootebroek en Hoogkarspel een bioscoopreclame in het City theater
betalen.
Ook tegen andere gevaren en op andere momenten werd gewaarschuwd,
bijvoorbeeld tegen "Het rode gevaar Rusland" en de verwereldsing
van de gelovigen. Na de tweede wereldoorlog in 1946 nam de invloed snel af
en werd de Pastoor niet meer als Geestelijk Adviseur benoemd.

In 1960 wint Joke Slagter de "Zilvervlootprijs" in
een radiopuzzel wedstrijd. De prijsuitreiking in
aanwezigheid van de heer P.B.B. Ideler van de
Centrale Bank. Joke ontvangt de prijs uit handen van A.N.
Jong, voorzitter en Th. Broersen, directeur.
|
In 1948
neemt men de St. Nicolaasspaarbank over en zijn er ineens 1500 spaarders
meer bij de bank en het spaartegoed stijgt tot 2 miljoen gulden. Daarmee
is een periode van groei en bloei ingezet.
Voor die groei is ook ruimte
nodig. Het pand aan de P.J. Jongstraat 121 wordt van Ps. Buijsman gekocht
en tot kantoor verbouwd.
Al snel accepteren de leden de veranderende
omstandigheden en nieuwe betalingsvormen. Bij de ingebruikname van het
nieuwe kantoor stelt de Kassier voor om de veilinggelden in het vervolg
via de bank te laten betalen. De voorzitter veronderstelt dat de mannen
daar wel voor zullen zijn, maar dat de vrouwen beslist tegen zijn. En dat
het dus niet door zal gaan. Maar binnen enkele maanden komen de eerste
veilinggelden op de bank binnen en niet lang daarna is het een
geaccepteerd verschijnsel.
Hetzelfde gebeurt natuurlijk met de betalingen
van de leden. Contante betalingen verdwijnen snel. De Kassier krijgt
daarmee wel inzicht in wat iedereen doet, hetgeen op een goed moment de
opmerking ontlokte: "Er heerst hier grote welvaart, getuige de grote
belastingbetalingen door velen."
1989. J. C. Reus ontvangt de eremedaille van de orde van
Oranje Nassau in goud, van Burgemeester J. W. Haanstra.
|
1989.
C. Ootes en J. C. Reus ontvangen het erelidmaatschap uit
handen van vice-voorzitter Th. Kok.
|
Vorige pagina
<> Volgende pagina
Bovenstaande tekst is overgenomen uit:
Uitgave: Rabobank Westfriesland-Oost, © februari 1998
|