Alkmaar | Andijk | Drechterland | Enkhuizen | Harenkarspel | Heerhugowaard

Hoorn | Langedijk

West-Friesland

Medemblik | Niedorp

Noorder-Koggenland

Obdam | Opmeer

Schagen | Stede Broec | Venhuizen | Wervershoof | Wester-Koggenland | Wognum

West-Friesland | Noord-Holland | Omringdijk | Intro | Zoeken | Colofon | Aanmelden

Stede Broec
Historie
Wapen
Vlag

Van de stede Broek tot Stede Broec

Voorwoord
Inhoud
1. Kennismaking met Stede Broec
2. De Historie van Stede Broec
3. Broekerhaven
4. De straatweg
5. Rampspoed
6. De Zouaven
7. De Overhaal
8. Stede Broec nu
9. Tuinbouw
10. Verbindingen
11. Wonen in Stede Broec
12. Wapen en ambtsketen
Bronvermelding


Andijk
Bovenkarspel
Grootebroek
Hoogkarspel
Lutjebroek
Wervershoof
Westwoud
Zwaagdijk

West-Friesland...
het land waar wij wonen


Inleiding
1. Tussen water en wind
2. Oud en nieuw land
3. Wie is de Westfries
4. Boer in West-Friesland
5. Bouwers en Tuinders
6. Van dingen die gingen
Nawoord

West-Friesland, land om van te houden

Andijk
Drechterland
Enkhuizen
Hoorn
Medemblik
Noorder-Koggenland
Obdam
Opmeer
Stede Broec
Venhuizen
Wervershoof
Wester-Koggenland
Wognum

 

VVV

Provincie Noord-Holland

Noordhollands Dagblad

 

Al deze stenen voor sparen en lenen

Grootebroek

Op de zondag voorafgaande aan 17 januari 1903 roept de Pastoor de aanwezigen op om de komende openbare vergadering in cafe"De Goede Verwachting" van Maarten Onneweer te bezoeken en maakt duidelijk dat het initiatief zijn volledige steun heeft.
Die vergadering van 17 januari had nog steeds het karakter van voorlichting, maar na de gloedvolle inleiding van Meester Maas (Hoofd der Bijzondere School) volgde een luid applaus en spontaan waren 55 aanwezigen al bereid het ledenregister te tekenen. De stemming zat er goed in bij de aanwezigen. Het verhaal ging dat Maarten voor een dubbeltje "een beste borrel" schonk en bovendien werd er naar hartelust gerookt. De sigaren kostten niet meer dan 9 voor een dubbeltje. Het besluit tot oprichting was positief uitgevallen, maar daarmee was de bank er nog niet. Als oprichtingsdatum van de katholieke bank in Grootebroek is steeds aangehouden 2 februari 1903. Dat is de datum van een volgende vergadering waarin de praktische zaken vorm krijgen en de Statuten worden goedgekeurd. In die vergadering is ook de verdeling van de functies bekend. Niet Kapelaan Colla, die zich voor de oprichting zo sterk heeft gemaakt, maar Pastoor P. Thier neemt persoonlijk de plaats in van voorzitter van de Raad van Toezicht. De heren K. Buijsman en J. Reus zullen hem als lid van dat college bijstaan. Het Bestuur bestaat uit A. Hofland, voorzitter (directeur); Th. Buijsman, secretaris en K. Timmerman "onder-directeur".
Nadat Meester Maas en Hofland nog geruime tijd hadden gediscussieerd over de keuze van een Centrale Bank en ze uiteindelijk samen op Eindhoven uitkwamen, mocht Maas Kassier worden. Volgens de notulen "deed daarna de heer Hofland namens Bestuur en Raad van Toezicht uitkomen, dat zij bij het aanvaarden van hun taak doordrongen waren, van de moeilijke taak, die zij op zich hadden genomen. Hij verzocht daarom de steun en medewerking der leden en vroeg deze ook voor haren Kassier, den heer Maas, die zoo onbaatzuchtig zijne veelomvattende taak op zich had genomen." De Kassier zal zitting houden in de R.K. Jongensschool. Tijdens de vergadering tekenen nog een aantal leden het register, waardoor het aantal leden bij de start oploopt tot 77. De wat onduidelijke oprichtingsdatum had natuurlijk ook alles te maken met de oprichtingsvorm. Aansluiting bij Eindhoven betekende dat de cooperatie niet met een notari�le akte hoefde te worden opgericht. Koninklijke goedkeuring, zoals voor een vereniging, was voldoende en aanzienlijk goedkoper.

Koninklijke goedkeuring voor statuten wijziging.Koninklijke goedkeuring voor statuten wijziging.

In 1953, bij het 50-jarig bestaan, vat voorzitter G. Broersen de noodzaak voor een cooperatieve bank helder samen en geeft daarin ook nog een aardig tijdsbeeld. "...de oprichting van een Boerenleenbank hield een belofte in tot verbetering van de crediet behoefte der tuinders en een middel tot verbetering van de heersende financiele wantoestanden in Grootebroek. Want de exportmogelijkheden waren toen, doordat de veiling "De Tuinbouw" nog in de kinderschoenen stond en bovendien door verschillende handelaren en tuinders werd tegengewerkt, gering. Bovendien was het verkeer over land en water primitief. Met dat primitieve verkeer was men dus op het binnenland aangewezen, daardoor waren de financiele uitkomsten der bedrijven, evenals de financiele posities der tuinders over het algemeen slecht. Omdat iedere tuinder bovendien zijn bedrijfs- en huishoudgeld in de zogenaamde "buul" hield, was er, zelfs tegen de soliedste zekerheidsstelling, moeilijk geld te krijgen en dan nog bij de particuliere geldschieter, die, daar men van een rentevoet niet veel af wist, maar wat- voor het gebruik van zijn geld nam. Men beweert dat dit soms 10 à 12 % kon bedragen.
De oprichters beoogden dan ook met hun Boerenleenbank te bereiken, dat het bedrijfs- en huishoudgeld, uit de "buul" zou komen; en soliede en rente gevend zou belegd kunnen worden bij hun Boerenleenbank, maar daardoor ook tegen een lage rente beschikbaar zou komen aan de crediet behoeftige tuinders.
Verder moeten we ons verbazen over het primitieve en tijdrovende gebruik van het geld. Terwijl men nu (geschreven in 1953) met een giro-opdracht of cheque al zijn betalingen kan doen, was men toen gedwongen al de betalingen contant te doen en dit terwijl het papieren geld nog niet in gebruik was.
Het was dan toen ook geen uitzondering als men voor de betaling van een gekocht huis of perceel land een mand met echte harde guldens, rijksdaalders of gouden tientjes meenam."

 

Vorige pagina <> Volgende pagina

 

Bovenstaande tekst is overgenomen uit: Uitgave: Rabobank Westfriesland-Oost, © februari 1998

Nu gratis te verkrijgen! 
Klik hier voor meer info.