Wapen
Op 26 juni 1816 kregen de gemeenten Bovenkarspel en
Grootebroek allebei een wapen. Dat van Bovenkarspel was
'van zilver, waarop een boom van sinopel (smaragdgroen) en
twee sterren van goud'. Grootebroek 'werd bevestigd in het
gebruik en bezit van een wapen' -zoals de offici�le
formulering luidt-'van lazuur (hemelsblauw), beladen met
een boom van zilver vergezeld van drie sterren van goud'.
Bovendien kreeg het wapen van Grootebroek een kroon van
drie bladeren en twee parels.
De boom in beide wapens is een oud symbool: onder een
lindeboom werd recht gesproken. Het lag dus voor de hand
dat in het wapen van de nieuwe gemeente Stede Broec ook
een linde werd opgenomen.
Het wapen van Grootebroek had, misschien door gebrek aan
historische overlevering, de kleuren van het rijkswapen:
goud op blauw. Het groen en zilver van Bovenkarspel bood
attractievere mogelijkheden. De nieuwe gemeente kreeg dan
ook een wapen met een schild van zilver, waarop een linde
die in drie kruinen is geschoren; in de bovenste kruin zit
een vijfpuntige gouden ster. De ster is herleid uit de
oude wapens: dat van Grootebroek had er drie, dat van
Bovenkarspel twee. Elke ster symboliseerde een dorpskern:
Grootebroek, Lutjebroek, de Horn, Bovenkarspel en
Broekerhaven. Door de vijf sterren te laten samensmelten
tot een met vijf punten, is de eenheid aangegeven.
Het wapen is, in heraldische termen, 'gekanteeld
doorsneden': de basis van de boomkruin is een lijn met
daarop drie kantelen, die herinneren aan de vroegere
stadsrechten. 'Doorsneden' illustreert de oorsprong van de
gemeente. Het wapen is getooid met een gouden kroon 'met
drie bladeren en twee parels'.
De Vlag
In de vlag van Stede Broec zijn dezelfde elementen terug
te vinden als in het wapen.
De Ambtsketen
Op 16 november 1852 werd bij Koninklijk Besluit bepaald
dat een burgemeester een onderscheidingsteken moest
dragen als hij in het openbaar optrad, bijvoorbeeld bij
ontvangsten, raadsvergaderingen, brand, oproer. Het moest
een zilveren penning aan een ketting of aan een oranje
zijden lint zijn. Op de penning moest het wapen staan of,
als er geen wapen was, de naam van de gemeente.
Toen Bovenkarspel en Grootebroek in 1979 werden
samengevoegd, is besloten om een nieuwe ambtsketen te
laten maken. Uit de twee oude ketens was, zo vond men,
geen enkele symboliek af te lezen en de geboorte van de
nieuwe gemeente Stede Broec was een mooie gelegenheid om
een keten te laten ontwerpen waarin die wel tot uiting
kwam.
De keten is uitgevoerd in zilver, waarvan bepaalde delen
verguld zijn. Aan de ene kant van de penning staat het
wapen van Stede Broec, aan de andere kant het rijkswapen.
Daarboven is een verguld vaartuigje bevestigd, omgeven
door bloeiende tulpen. Het bootje heeft een dubbele
betekenis: enerzijds wijst het op het feit dat het
grondgebied van Stede Broec vroeger een vaarpolder was,
waar de tuinders hun produkten met een schuit naar de
schuur of de veiling brachten. Anderzijds symboliseert het
bootje de Broekerhaven, die al eeuwen van grote betekenis
is voor de gemeente en het achterland.
Boven het bootje begint de 'ketting' van de ambtsketen,
met aan de ene kant het wapen van Grootebroek, aan de
andere dat van Bovenkarspel. Verder naar boven zitten
tussen de schakels vergulde tulpebollen en figuurtjes die
groente symboliseren, de twee belangrijkste
tuinbouwprodukten.
Tenslotte zitten er in de keten vijf sterren, die in de
oude wapens de drie kernen van Grootebroek en de twee
kernen van Bovenkarspel aanduiden.
Bovenstaande tekst is overgenomen uit een
informatiefolder van de gemeente Stede Broec (uitgave juni
1998).
De afbeelding van de vlag is afkomstig van de
Shipmate website.
De afbeelding van het wapen is afkomstig van de Nederlandse
Gemeentewapens website.
|