Volkslied van Medemblik
Allen:
Vrouwen:
Mannen:
Allen:
|
'k Zie je daar zo pittig liggen,
Rustig aan het IJsselmeer.
Medemblik waar ik ben geboren,
En zo gaarne wederkeer.
Met je echt antieke grachtjes.
Met je singel waar het spookt.
Met je dijk zo breed en machtig,
Om de zee die hem bestookt. |
Mannen:
Vrouwen:
Allen:
|
Medemblik is Radbouds veste.
Trots ligt daar je grijze slot,
als bewijs van oude glorie
en verleden roemrijk lot.
't Strijdgewoel is nu verklonken,
Zwaardgekletter is verstomd.
Vrede, vriendschap wachten beide,
Elke vreemd'ling die er komt. |
Allen: |
'k zie je daar zo pittig liggen,
rustig aan het IJsselmeer.
Medemblik waar ik ben geboren,
En zo gaarne wederkeer.
Met je fraaie ruime havens,
die de vissers schuilplaats bien.
Met je vroom en stoere bouwers,
'k Mag ze allen gaarne zien. |
|