Ter inleiding
Daar het gemeente-archief weinig of geen licht verschaft over
hetgeen in de jaren 1940-1945 is voorgevallen, scheen het gewenst
hierin op een of andere wijze alsnog te voorzien. Immers, als er
een periode is in het bestaan van een plaatselijke gemeenschap,
die waard is in de annalen te worden aangetekend, dan is het zeker
die, waarin oorlog en bezetting over haar zijn heengegaan.
Het opstellen van een ambtelijk gemeenteverslag zoals in vroeger
jaren geschiedde kon in dit geval geen oplossing brengen. Het meest
vermeldenswaardige was in alle geheimzinnigheid, ondergronds,
gebeurd; vijandelijke acties werden evenmin schriftelijk behandeld
als verzet en sabotage; de secretarie was in vele dingen niet
gemoeid of had geen boek gehouden. Dus stonden voor een gewoon
verslag geen voldoende gegevens ter beschikking. De nodige
inlichtingen zouden slechts kunnen worden verkregen van de mensen,
die actief of lijdelijk, belangrijke ervaringen hadden opgedaan. En
wie zou daarvan beter kunnen vertellen dan zij zelf?
In Mei 1946 is daarom tot een aantal personen het verzoek gericht
een artikel te willen schrijven over een bepaald aangeduid
onderwerp, met de bedoeling om de verschillende bijdragen samen te
voegen tot een "gedenkboek", dat een zo volledig mogelijk
beeld zou geven van wat zich in Hoogkarspel heeft afgespeeld.
Er is naar gestreefd vertegenwoordigers van alle rangen en standen
in de gelegenheid te stellen hun stem te doen horen. Aan de
verzetslieden is daarbij een ruime plaats toegekend.
Of de keuze van medewerkers juist is geweest en of het uiteindelijk
totaalbeeld het best bereikbare is, staat aan de lezer ter
beoordeling. Enkele personen, die uitgenodigd waren, hebben daaraan
geen gevolg gegeven, zodat de schakering iets minder groot is
geworden dan bedoeld was. Anderzijds is het vanzelfsprekend dat ook
anderen dan de schrijvers wel interessante mededelingen hadden
kunnen doen, doch er moest nu eenmaal een keuze gedaan worden en
enige beperking in acht worden genomen.
Het heeft meer tijd en moeite gekost om het werk gereed te doen
komen dan verwacht werd, maar het resultaat is nu ook een
verzameling van gegevens en herinneringen, die men op geen andere
wijze kan aantreffen. Wellicht zal menigeen eerst na kennisneming
van sommige artikelen in dit boek met verbazing tot het besef komen
hoeveel arbeid door individuele personen en groepen is verricht,
welke grote risico's zijn gedragen en gevaarvolle ondernemingen op
touw gezet zijn - en hoeveel dank men nog steeds verschuldigd is
gebleven.
Men zal wel bespeuren dat niet alle medewerkers schrijvers van
professie zijn. Hier en daar is een kleinigheid veranderd of
verbeterd, doch zo weinig mogelijk om vooral de persoon in kwestie
zelf aan het woord te laten, in zijn eigen stijl. Elk vogeltje zingt
nu eenmaal zoals het gebekt is, en het boek is er stellig niet
minder om. Soms moesten de ingezonden stukken wat bekort worden om
een al te grote omvang en doublures te vermijden.
Ten slotte zij hier een hartelijk woord van dank gebracht aan allen
die hun bijdrage hebben geleverd voor de totstandkoming van dit
gedenkboek en voor de moeite en zorg die zij zich bij het schrijven
van hun artikelen hebben getroost.
W.T. HELLINGA, secretaris van Hoogkarspel
Bovenstaande tekst is overgenomen uit het
"Gedenkboek" 1940-1945, uitgegeven in 1947.
|