Alkmaar | Andijk | Drechterland | Enkhuizen | Harenkarspel | Heerhugowaard

Hoorn | Langedijk

West-Friesland

Medemblik | Niedorp

Noorder-Koggenland

Obdam | Opmeer

Schagen | Stede Broec | Venhuizen | Wervershoof | Wester-Koggenland | Wognum

West-Friesland | Noord-Holland | Omringdijk | Intro | Zoeken | Colofon | Aanmelden

Alkmaar

Alkmaar
Historie
Wapen
Vlag

West-Friesland...
het land waar wij wonen


Inleiding
1. Tussen water en wind
2. Oud en nieuw land
3. Wie is de Westfries
4. Boer in West-Friesland
5. Bouwers en Tuinders
6. Van dingen die gingen
Nawoord

 

VVV

Provincie Noord-Holland

Noordhollands Dagblad

 

Alkmaar

Historie

De eerste Alkmaarders woonden op de geestgronden rond de huidige Grote Kerk. De hooggelegen zandrug, die evenwijdig met de kustlijn liep, werd omgeven door water en moerassen. Naar het westen werden deze zandgronden begrensd door de Westerweg, naar het oosten door het Ritsevoort. Ten oosten van de geestrug lag een lager gelegen gebied dat bij hoge waterstand door de Voormeer werd overstroomd. De tegenwoordige Langestraat was toen weinig meer dan een pad in de moerassige gronden die aan de Voormeer grensde.

De naam Alkmaar wordt voor het eerst vermeld in een 10e eeuwse aantekening, waarin sprake is van een schenking van twee hoeven land door graaf Dirk I aan de pas opgerichte abdij van Egmond. Deze schenking dateert van voor 939, het sterfjaar van de graaf. Alkmaar viel toen onder de parochie Heiloo. In een oorkonde van 1063 wordt de kerk van Heiloo de moederkerk van de kapel van Alkmaar genoemd. Door de schenking van het schoutambt van Alkmaar aan de abt van Egmond kreeg Alkmaar in 1083 een eigen rechtsgebied.

In 1254 kreeg Alkmaar van graaf Willem II stadsrechten. Gelegen aan de rand van het Kennemer gebied en onder de bescherming van de kastelen Torenburg, Middelburg en Nieuwenburg fungeerde Alkmaar als grensvesting en uitvalsbasis in de eeuwenlange strijd tegen de Westfriezen. Alkmaar werd tot in de 16e eeuw aan de westzijde begrensd door het ondiepe merengebied van de Egmondermeer en de Bergermeer. Aan de oostzijde lag de Voormeer, die via het Zeglis in verbinding stond met de Schermeer. In het zuiden lagen de Achtermeer, de Kooimeer en de Rietmeer.

Gelegen op een knooppunt van waterwegen werd tol geheven en accijnzen ingevoerd voor overslag van goederen. Door markten en handel kreeg Alkmaar een centrumfunctie en groeide de stad. Het stratenplan werd door landwinning in de loop van de eeuwen uitgelegd. Vanaf 1525 werden grote bedragen besteed aan de omwalling van de stad met singels en stadsmuren ter bescherming tegen aanvallen en plundering van buitenaf.

In 1573 vond het beleg van Alkmaar door de Spanjaarden plaats. Met kokend teer en brandende takkenbossen werd vanaf de nieuwe walmuren tegen de Spanjaarden gevochten die in Oudorp hun kamp hadden opgeslagen. Toen Don Frederik, de zoon van Alva, zich verslagen terugtrok, betekende dat het keerpunt in de strijd tegen de Spanjaarden. De victorie begon in Alkmaar.

Vanaf 1600 ontwikkelde Alkmaar zich van handelsplaats met een eigen vloot tot een markt- en verzorgingscentrum voor de wijde omgeving. De zoutwinning en de gort- en grutnering waren van grote betekenis voor de stad. Aan de oevers van de Voormeer en het Zeglis verschenen zoutziederijen en brouwerijen. Kalkovens zorgden voor schelpkalk, dat als metselspecie werd gebruikt. Tientallen lijnbanen draaiden vlas tot touw.

In 1824 werd het Noordhollands kanaal geopend, een initiatief van koning Willem I. Om de handel in Alkmaar te bevorderen heeft het stadsbestuur zich beijverd het kanaal door Alkmaar heen te graven. Daarvoor moest een deel van de stadswal worden opgeofferd. Het kanaal bracht niet de voorspoed die men verwachtte. Beurtschippers en reizigers die eerst halverwege hun reis in Alkmaar overnachtten, gingen nu regelrecht naar hun bestemming, waardoor herbergen droogvielen.

Woningbouwverenigingen hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de stedenbouwkundige uitbreiding buiten de singels. Naar het zuiden ontstonden nieuwe woonwijken. Een bijzondere wijk is het Bergerhof, dat in het oorlogsjaar 1942 tot stand kwam aan de rand van de stad. De 254 woningen waren bestemd om onderdak te bieden aan vluchtelingen uit Den Helder.

Na de oorlog ging de uitleg van Alkmaar-Zuid door. Toen in 1956 de Bergertunnel werd geopend, waren de voorbereidingen voor de bebouwing van het Hoefplan en Overdie in volle gang. In 1972 werden Oudorp, Koedijk-Zuid en Sint Pancras-Zuid aan het grondgebied van Alkmaar toegevoegd. Vanaf 1972 speelde Alkmaar als groeikern een rol bij de opvang van het bevolkingsoverschot van het noordelijk deel van de Randstad. Dat gebeurde in de uitleg van de stad naar het noorden. Na Huiswaard ontstonden de wijken De Mare en de Daalmeer. Het inwoneraantal van Alkmaar groeide van 40.000 in 1950 tot 93.000 in het jaar 2000.

Vanaf de jaren zeventig werden in de stad grote centrumvoorzieningen gebouwd, het cultureel centrum De Vest en het sport- en recreatiegebied Hoornsevaart zijn daar voorbeelden van. Het Medisch Centrum Alkmaar is het grootste niet-academisch ziekenhuis van Nederland. Alkmaar is met alle vormen van voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs uitgegroeid tot onderwijsstad van Noord-Holland Noord. Alkmaar heeft met de historische binnenstad en de kaasmarkt aantrekkingskracht voor toeristen en is cultuur- , sport- en uitgaanscentrum voor de regio. Als tiende winkelstad van Nederland vormt Alkmaar het kloppend hart van Noord-Holland Noord.

In het jaar 2004 viert de stad Alkmaar haar 750 jarig bestaan.

 

Bovenstaande tekst is overgenomen uit informatie van de gemeente Alkmaar (2003).