West-Friesland... het land waar wij wonen
|
|
Boer in West-Friesland
Het einde van de karakteristieke stolp?
De
boerderij van de familie Schoutsen in Medemblik was een stadsboerderij die
bekend was door zijn fraaie zomerstal Na het uitsterven van de familie
verviel het pand.
Zoals al eerder vermeld: de huidige bedrijfsvoering stelt andere eisen
aan de boerderijen. De nadruk is heel sterk op de melkproduktie komen te
liggen, hetgeen een vergroting van het aantal koeien per bedrijf met zich
meebrengt. Het.gebruik van loop- en ligboxstallen werd gepropageerd. Noch
het grote aantal koeien, noch de nieuwe stalvormen konden in een
traditionele stolp worden ondergebracht. Bovendien was voor opslag van het
ruwvoeder dat thans wordt gebruikt de centrale bergplaats ongeschikt.
Gevolg: grote stallingsruimten en silo's voor mais of opslagplaatsen voor
kuilgras op het erf. De ontwikkeling van het boerenbedrijf is in de
richting gegaan van de schaalvergroting enerzijds en arbeidsbesparing door
mechanisering anderzijds. De economie, leidraad bij het boerenieven, heeft
deze richting aangegeven. In deze ontwikkeling komt de stolpboerderij er
wat zielig bij te staan; de ruimte is niet geschikt, het wooncomfortt-e
gering, het onderhoud te kostbaar. Gelukkig wordt West-Friesland niet in
een klap ontdaan van zijn meest karakteristieke bouwsels. Er zijn mensen
genoeg die met plezier in zo'n huis wonen; de boer die door zijn
machinerie�n al een halve technicus is geworden, kan zelf een en ander
aan onderhoud doen en er gloort ook weer wat hoop voor het middelgrote
bedrijf, dat genoeg ruimte heeft in een traditionele stolp. 'Smaii'wordt
weer een beetje'beautiful'.
Moderne bedrijfsontwikkelingen
De
markante vorm van de stolpboerderij heeft in een aantal gevallen invloeden
van stedelijke bouwkunst ondergaan. Van exotische toestanden zoals te
Nieuwe Niedorp is tot nu toe nog maar weinig vernomen.
In een rap tempo heeft de Westfriese veehouderij zich na de oorlog
ontwikkeld tot een van de meest produktieve en effici�nte van Europa.
Het begon eigenlijk al met de mechanisering van het melken en de
mestverwijdering. voor de oorlog werd hier en daar al machinaal
gemolken, maar de ter beschikking staande apparaten waren nog niet
volmaakt. En bovendien: de meeste boeren waren nog geen 'machinist'.
Verschillende, steeds meer geautomatiseerde melk-winnings-systemen kwamen
echter ter beschikking. De ontwikkeling eindigde, voorlopig althans, met
de toepassing van de koeltank van zo'n 5000 liter, waarin de melk bij een
temperatuur van 5� C graden op de boerderij bewaard wordt tot de
fabriekstankauto de voorraad komt ophalen.
Binnen vijf kwartier kunnen 50 à 60 koeien worden gemolken met zo'n
modern systeem. Ter vervanging van het zware werk van het mest verwijderen
werden talloze systemen bedacht. Een mestschuif, in combinatie met een
jakobsiadder, kwam de 'miskroot' (mestkruiwagen) vervangen.
De loopstallen, een overdekte ruimte waarin de koeien vrij rond konden
lopen en een gezamenlijke ligplaats hadden, geven een nieuwe richting aan
in het denken over een effici�nte bedrijfsvoering en het zich welbevinden
van het vee. Dit denken mondde uit in het toepassen van de ligboxstal, een
gesloten ruimte waarin de koeien vri rondlopen, maar ieder een eigen box
hebben om te liggen.
Vorige pagina
<> Volgende pagina
Bovenstaande tekst is overgenomen uit:
"West-Friesland...
het land waar wij wonen"
Uitgave: Rabobanken West-Friesland, © oktober 1984
|