West-Friesland... het land waar wij wonen
|
|
Wie is de Westfries
Nieuw land, nieuwe mensen?
 |
|
Oud en arm was voor een aantal plattelanders een onvermijdelijk
lot. Huisvesting in 'de Lange Jammer', het armenhuis, met wat gratis
levensmiddelen en turven voor de winter was het gevolg.
Als centrale voorzieningen waren een plee en een regenbak
aanwezig.
|
|
Nu alles groter is
geworden, de steden, de dorpen, de bedrijven, maar vooral ook het aantal
mensen, komt de vraag die aan het begin van dit hoofdstuk werd gesteld
weer naar voren: wat hebben deze veranderingen voor invloed gehad; wat en
wie is nu Westfries gebl�ven? Maar ook: wat en wie is nu Westfries gew�rden?
Over wat was, kan dit boek wellicht een bescheiden indruk geven maar over
wat worden zal kunnen we ons het beste verlaten op de Westfriese
uitdrukking die zegt: 'De hen went nij de ben.' Letterlijk wil dat zeggen
dat de kip zich aanpast aan haar legmand; in overdrachtelijke zin betekent
het dat oude en nieuwe zaken aan elkaar moeten wennen en op elkaar
afgestemd zullen raken.
Dat een cynische Westfries op de eerder genoemde
uitdrukking laat volgen: 'Maar zelden nij de beste', laten we maar even in
het midden... Kwaliteitsoordelen zijn aan tijd onderhevig.
 |
|
De in Medemblik opgegraven 13e eeuwse waterput zou stellig de 200
liter per man per dag niet kunnen leveren waaroor de
'Waterfabriek' te Andijk thans zorgt. Putten en regenwaterbakken
zijn verdwenen; de aker kan er niet meer in vallen. (Westfries: de
aker in de bak valle leite = moeten trouwen.)
|
|
Vorige pagina
<> Volgende pagina
Bovenstaande tekst is overgenomen uit:
"West-Friesland...
het land waar wij wonen"
Uitgave: Rabobanken West-Friesland, © oktober 1984
|