West-Friesland... het land waar wij wonen
|
|
Tussen water en wind
'Voll�k'
Of men omstreeks 2000 jaar voor Christus op zo'n roep veel
antwoord zou hebben gekregen staat alsnog te bezien. Het 'raasde'
hier stellig niet van de mensen, maar dat men op zo'n strandwal
best kon wonen is door professor van Giffen aangetoond na de
bestudering van de vondsten uit die merkwaardige duintjes bij
Zandwerven. Ook omtrent Aartswoud en Lutje Kolhorn kon men in die
tijd een mens tegenkomen.
Maar wat bezielde hem toch om in zo'n onstabiele streek te gaan
wonen? Wat kon hij doen op zo'n land tussen water en wind? Zeker
is dat hij er vee kon houden en vissen vangen. De nog onlangs
gevonden botten en graten zijn daarvoor een aanwijzing. De
vuurstenen sikkels die her en der zijn gevonden, leveren het
tastbare bewijs dat graanbouw plaatsvond. Uit wat latere tijd weten
we, aan de hand van vondsten die vooral tijdens de ruilverkaveling
zijn gedaan, dat er in het Grootslag - het gebied tussen
Grootebroek en Andijk - tussen 1600 en 800 voor Christus bewoning
is geweest. Interessante plaatsen zijn bij dit soort
onderzoekingen de grafheuvels die toenmalige bewoners ons hebben
nagelaten. Maar het vraagt wel een geoefende blik om die te
ontdekken. Cor Scheer uit Andijk bezat een scherp oog voor zulke
bijzonderheden. Hij maakte in 1937 professor van Giffen attent op
enkele verhogingen in een weiland omtrent de eendenkooi te
Zwaagdijk. Temeer interessant omdat de eigenaar van het weiland in
het bezit zou zijn van een aldaar gevonden zwaard met goud beslag.
't Was eigenlijk een spannend verhaal, vooral ook omdat N. Hetsen,
een van de eigenaren, wist te vertellen dat toen men in de vorige
eeuw de grond van een van de heuvels wilde afvoeren, het paard dat
voor de wagen stond begon te steigeren en ter plekke dood was
neergevallen. Men wilde de afgraving later voortzetten maar toen
begon een tweede paard ook te steigeren. Dat was reden genoeg om
het werk te staken en elders grond te gaan halen.
Dit voorval werd door de omgeving afgedaan als een
roverhoofdman-verhaal zonder veel historische waarde.
Vergis u niet: hoewel het zwaard verdwenen was, was het goud van
het gevest bewaard gebleven. Maar wat belangrijker was: van Giffen
deed een ontdekking bij de afgraving van een van de heuveltjes van
zodanige aard dat heel West-Friesland stond te schudden. Van het
lachen overigens... De professor deelde namelijk uiterst laconiek
mee dat hij na al zijn graven... een kraaltje had gevonden! Dat
wekte natuurlijk bij degenen die na het zwaard en de steigerende
paarden minstens een goudschat of misschien wei een leger
ondergrondse draken hadden verwacht een grote teleurstelling en
een navenant gevoel van ongeloof in dat 'puur leukige
twei-diepertje', zoals van Giffen wel grinnikend genoemd werd.
Maar de prof lachte als laatste en toen na een aantal jaren de
resultaten van zijn arbeid bekend werden, had hij de kennis over
het ontstaan van onze streek weer een flinke stap voorwaarts
gebracht. En echt niet alleen aan de hand van dat ene onnozele
barnstenen kraaltje!
Een kalkrijke bodem
Ondertussen waren namelijk ook andere zaken bestudeerd en was
de onderzoektechniek weer wat gevorderd. De vondst van een skelet
van een opvallend grote man (1,80 m) leverde hierbij aanvankelijk
de nodige verwarring op. De geleerden die zich aan een schatting
van de ouderdom van het geraamte waagden, vergeleken dit met
elders gevonden resten. Zij concludeerden dat het hier opgegravene
niet bijzonder oud was. De heren waren bij hun conclusie echter op
het verkeerde spoor gezet want zij realiseerden zich toen niet dat
de zogenaamde zuurgraad in West-Friesland anders is dan die in
zandige streken.
Dit betekent dat beenderen veel langer onaangetast blijven zodat
in het algemeen zo'n Westfries geraamte veel ouder is dan een
Veluws of Drents, in vergelijkbare staat.
Met de nieuwste onderzoeksmethoden kon met meer zekerheid worden
beweerd dat hier omtrent 2000 jaar voor Christus menselijke
bewoning was geweest en dat een van die bewoners in een graf
heuvel was begraven.
Dat het met bodemvondsten echter steeds oppassen geblazen is als
men tot een schatting van ouderdom wil overgaan, bewees onlangs de
ontdekking van een geraamte in een zogenaamde woonterp. De
veronderstelling met een voorhistorische grafheuvel te doen te
hebben lag voor de hand. De werkelijkheid was echter aanmerkelijk
minder romantisch, en eerder macaber te noemen. In de onmiddellijke
nabijheid van het voorzichtig uitgegraven skelet trof men een
knoop aan. Voorzien van een hakenkruis...
 |
Het graan dat in West-Friesland werd verbouwd kon
met behulp van de afgebeelde sikkel worden gemaaid.
|
Vorige pagina
<> Volgende pagina
Bovenstaande tekst is overgenomen uit:
"West-Friesland...
het land waar wij wonen"
Uitgave: Rabobanken West-Friesland, © oktober 1984
|